Vermoedens van andere problemen, 

naast hoogbegaafdheid?

Gedrag is meestal niet wat het lijkt...

Bij hoogbegaafde mensen staan vaak één of meerdere zintuigen op scherp. Het gedrag wat zij laten zien om bepaalde prikkels te voorkomen of te reguleren, kan door leerkrachten of hulpverleners worden geïnterpreteerd als gedrag wat hoort bij ADHD of ASS. Het is mogelijk dat ADHD of ASS voorkomt bij hoogbegaafden, maar het gedrag kan ook een andere oorzaak hebben en voortkomen uit een gebrek aan uitdaging (verveling => druk, verveeld of boos gedrag) of gebrek aan sociale aansluiting met ontwikkelingsgelijken (onbegrip m.b.t. klasgenoten).  

Daarom maak ik gebruik van instrumenten, vragenlijsten en wetenschappelijk onderbouwde modellen over hoogbegaafdheid, DSM-5 en ICD-10 (handboeken voor psychologen), om zo goed mogelijk het onderscheid te maken tussen gedrag wat voortkomt uit hoogbegaafdheid, ADHD, ASS of anderszins. Het belangrijkste is echter om te achterhalen:

Welke behoeften heeft dit specifieke kind of deze specifieke leerling? Hoe kunnen ouders en de leerkracht daarbij zo goed mogelijk proberen aan te sluiten en het kind bieden wat nodig is om zich prettig te voelen en zichzelf goed te kunnen ontwikkelen?

Ik kan onderzoek doen en diverse instrumenten inzetten, wanneer er bijvoorbeeld naast hoogbegaafdheid vragen of problemen zijn op meerdere gebieden (zoals op sociaal, cognitief of emotioneel gebied, of bij een vermoeden van prikkelgevoeligheid, hooggevoeligheid, aandachtsproblemen of leerproblemen). 

Na elk onderzoek worden specifieke adviezen gegeven (voor thuis en desgewenst voor in de klas). 

Als je dat prettig vindt, kan ik opvoedingsondersteuning, Jeugd Brein Coaching, psycho educatie, individuele ondersteuning voor de leerling bieden, ondersteuning bieden van school naar ouders of van ouders richting school. 

Cognitief gebied: 

Leervoorwaarden (4-18 jaar): d.m.v. dit instrument kan worden gemeten in hoeverre een leerling beschikt over de cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden die hij/zij nodig heeft in leersituaties. Dit onderzoek kan worden ingezet bij zowel kinderen met gedragsproblemen of leer- en ontwikkelingsstoornissen, als bij kinderen zonder dergelijke problematiek. De visie van ouders en/of leerkrachten kan hierin worden meegenomen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte voorwaarden. Directe voorwaarden zijn bijvoorbeeld Motivatie, Taakgerichtheid, Concentratie, Werktempo, Planmatigheid en Volharding. Indirecte voorwaarden zijn Sociale oriëntatie, Sociale positie, Relatie met de leerkracht, Relatie met medeleerlingen. 

Vermoeden van hooggevoeligheid of prikkelgevoeligheid? Moeite met verwerken van informatie?

Ik maak onder andere gebruik van de theorie van Dabrowski over Overexcitabilities (de hypergevoeligheden die vaak voorkomen bij hoogbegaafdheid): ik zet specifieke instrumenten in die gebaseerd zijn op deze theorie (zie ook Missie en Visie). 

Sensorische informatieverwerking + maatwerk interventieprogramma (0-15 jaar) Zowel ouders en/of de leerkrachten kunnen hierin worden betrokken. Met dit onderzoek kunnen ook kenmerken van ADHD en ASS worden gesignaleerd, sensorische informatieverwerkingspatronen van kinderen worden opgespoord en vastgelegd. Dit kan helpend zijn voor ouders en/of leerkrachten om vast te stellen wat de invloed is van sensorische informatie-verwerking op functionele participatie in de context van het gezin, de school en de buurt van het kind. 

Sensorische informatieverwerking (2 t/m 80 jaar) Je krijgt inzicht in de verwerking van sensorische informatie, eventuele kwetsbaarheden in de sensorische informatieverwerking en informatieverwerkingsproblemen. Zoals bv. kenmerken van autisme, ADHD, overprikkeling of onderprikkeling. Je krijgt o.a. inzicht in het vermogen om zintuiglijke prikkels te verwerken, zoals; 


Aandachts- en concentratieproblemen:

Specifieke vragenlijsten, tests en andere instrumenten om emoties en gedrag te inventariseren, het onderscheid te maken tussen gedrag wat voortkomt uit kenmerken van ADHD of voortkomt vanuit hoogbegaafdheid, maar ook instrumenten die de executieve vaardigheden, concentratie, aandacht en motivatie kunnen meten.

Specifieke tests zet ik in (zoals C-3, BRIEF-2, D2-R) om het gedrag thuis en in de klas te beoordelen, waarbij symptomen van ADHD, ASS en gerelateerde problemen, zoals executieve functieproblemen en aandachts-problemen, plus de oorzaken van dit gedrag (over- of onderprikkeling?) in kaart kunnen worden gebracht. Zowel ouders als leerkracht worden hierbij betrokken. De uitkomsten kunnen gebruikt worden om specifieke interventies in te zetten voor thuis en op school. 

BRIEF-2 (5 t/m 18 jaar) Met de BRIEF-2 kan dagelijks gedrag gerelateerd aan executieve functies beoordeeld worden in de thuis- en schoolomgeving. De BRIEF-2 is bedoeld voor een breed scala aan kinderen of jongeren over wie er zorgen bestaan wat betreft zelfsturing, zoals vaak het geval is bij aandachts- of leerproblemen, angst, depressie, trauma en diverse ontwikkelingsstoornissen (autisme, ADHD) en medische aandoeningen (zoals niet-aangeboren hersenletsel). Je krijgt inzicht in o.a.: 

Aandacht en concentratie, D2-R (8 t/m 55 jaar): De D2-R meet visuele aandacht, snelheid van verwerking van informatie en de  concentratie. Je krijgt inzicht in het werktempo (snelheid van informatieverwerking en variaties in het tempo), hoe precies, snel, geconcentreerd en correct je informatie kunt verwerken. De resultaten geven de mate aan van concentratie, zorgvuldigheid of impulsiviteit vs. snelheid en foutpercentages. Kan ook worden ingezet bij een vermoeden van ADHD, leerproblemen, loopbaanbegeleiding en werving & selectie. Er wordt specifiek advies gegeven om hiermee te leren omgaan en vaardigheden te verbeteren.

Sociaal gebied, moeite met aansluiting met anderen, moeite met inleven in anderen: 

Sociale en Emotionele ontwikkeling en gedrag (4-18 jaar); Inzicht in kenmerken van algemene angst, sociale angst, ADHD, autisme, stemmingsproblemen, anti-sociaal gedrag, oppositioneel-opstandig gedrag, agressief gedrag.

Sociale Informatieverwerking (8 t/m 17 jaar). Je krijgt inzicht in je sterktes en zwaktes als het gaat om sociale informatieverwerking, je gedrag en eventuele problemen die zich voordoen in sociale situaties, waarmee concrete en praktische tips worden gegeven. D.m.v. interactieve video's die worden aangepast op de leeftijd, van problemen in sociale situaties, wordt het volgende in kaart gebracht; 

Onderzoek naar het Emotionele IQ kan worden ingezet om de emotionele intelligentie te inventariseren (8 t/m 18 jaar); Deze lijst kan worden ingezet voor jeugdigen en meet tussen IQ 70-130 (of hoger). Je krijgt inzicht in je sterktes en zwaktes, waarna je concrete en praktische tips krijgt om je EIQ te versterken en je talenten optimaal in te zetten. De uitkomsten hebben ook een voorspellende waarde m.b.t. ADHD en ASS. Het volgende wordt in kaart gebracht;